Een juist dieet is essentieel voor de gezondheid van uw cavia, met name voor de tanden en de spijsvertering.
Voerveranderingen
Voorkom plotselinge veranderingen in voeding; de darmen van de cavia moeten hier langzaam aan wennen. Als u iets wilt veranderen, doe dit dan geleidelijk over een aantal dagen of weken. Begin met kleine hoeveelheden van het nieuwe voedsel en geef daarna steeds meer, waarbij u tegelijkertijd het oude voedsel afbouwt.
Hooi
Het grootste deel van het voedsel van cavia’s, die als huisdier worden gehouden, moet bestaan uit hooi. Dit moet onbeperkt beschikbaar zijn. Het eten van dit vezelrijke voedsel houdt het maagdarmkanaal van uw cavia gezond, zorgt voor een goede afslijting van het gebit en houdt uw cavia daarnaast lekker bezig. Een wilde cavia is namelijk ook een groot deel van de dag bezig met eten. Hooi kunt u in een hooiruifje of netje doen om vuil worden te voorkomen en ervoor te zorgen dat uw cavia er langer van kan eten.
Vitamine C
Cavia’s kunnen zelf geen vitamine C aanmaken, dus het is erg belangrijk dat ze voldoende binnenkrijgen via de voeding. Een tekort aan vitamine C kan leiden tot een ruwe vacht, slecht of niet eten, diarree, tandenknarsen en andere tekenen van pijn, langzaam herstel van wondjes, kreupelheid en gevoeligheid voor infecties.
Droogvoer dat speciaal gemaakt is voor cavia’s bevat voldoende vitamine C. Vitamine C in droogvoer neemt na een tijdje af vanwege een afbraakproces. Daarom is het aan te raden om vitamine C te supplementeren. De dagelijkse behoefte aan vitamine C voor de cavia is 10 mg/kg; voor zieke of drachtige dieren is 30 mg/kg aan te bevelen. Vitamine C kan in tablet-/poedervorm over het voeder of eventueel in het drinkwater gesupplementeerd worden. In drinkwater wordt een dosis van 1 g/liter aangeraden en dient dagelijks ververst te worden.
Water
Dit moet altijd onbeperkt en schoon aanwezig zijn. Let er dus op dat het drinkbakje niet op de plek staat waar de cavia ook poept. Eventueel kan een drinkfles uitkomst bieden, vervang het water dan wel regelmatig. De drinkflesjes dienen dagelijks ververst en gereinigd te worden, niet alleen indien vitamine C in het drinkwater gesupplementeerd wordt, maar ook omdat cavia’s in de fles “terugspuwen”.
Groenvoer
Bladgroenten zijn goed voor cavia’s. Laat cavia’s altijd geleidelijk aan nieuwe groenten wennen. Fruit wordt, omwille van het hoge gehalte aan suikers, het best vermeden. Indien we het geven dan in zeer beperkte hoeveelheid. Cavia’s ontwikkelen vroeg in hun leven een voorkeur voor bepaalde soorten voedsel en weigeren later soms voedsel dat ze niet kennen, het is daarom handig hen op jonge leeftijd aan meerdere soorten voer te wennen.
Wat kan er aanvullend aan cavia’s gegeven worden:
– boerenkool – paardenbloem
– bloemkoolblad – weegbree
– bietenloof – appels
– wortel + loof – fruitboom- en wilgentakken
– andijvie – witlof
– paprika – radijsblad
– broccoli – spinazie
– gras(let op bermgras kan vervuild zijn!) – peterselie/selderij
Een lijst van voedingsbestanddelen die u NIET aan uw cavia moet geven:
– aardappels – zacht fruit
– peulvruchten/bonen – uien
– koolsoorten (met mate) – prei
– rabarber – aubergine
– (veel) sla – champignons
Let daarnaast op voor giftige planten in uw tuin of huis!
Droogvoer
Droogvoer kan bestaan uit korrels (pellets) of gemengd voer. De voorkeur wordt gegeven aan pellets, omdat elke korrel daarvan alle benodigde voedingsstoffen bevat. Bij gemengd voer loopt u risico dat de cavia’s selectief gaan eten en daardoor voedingsstoffen missen. Geef nooit onbeperkt droogvoer door de voederbak voortdurend bij te vullen. Een cavia mag maximaal 25 gram brok/kg lichaamsgewicht/dag (± 1 eetlepel per kg). Komt u gerust eens langs op de kliniek om uw cavia te wegen.
Tussendoortjes
Tussendoortjes met veel vet mogen nooit gegeven worden omdat ze overgewicht of spijsverteringsproblemen kunnen veroorzaken. Daarnaast kunnen ook teveel suikers het maagdarmkanaal van een cavia ontregelen en voor veel problemen zorgen. Er zijn verschillende commerciële kauwstaafjes verkrijgbaar, ons advies is om deze niet te geven, in verband met een verkeerde samenstelling waardoor blaasgruis kan ontstaan.